Autoradio inbouwen / aansluiten

Een autoradio inbouwen is helemaal niet zo moeilijk. Tenminste als je weet wat je doet, en weet wat je moet doen.
We gaan je hiermee wat op weg helpen. Heb je nog niet heel veel kennis van elektriciteit, lees dan de andere kopjes ‘Elektriciteit en zekeringen‘ en ‘Foutzoeken en meten‘ eens door.

Inhoud van deze pagina

1. Een autoradio demonteren / verwijderen / loshalen
2. De iso stekker
3. Verloopkabel van automerk naar iso
4. Welke draden moet je aansluiten
5. De overige bedrading aan de iso stekker
6. Wat als de bedrading niet meer origineel is
7. Speaker kabels identificeren
8. Speakers aansluiten
9. Autoradio doet het niet
10. Spanning meten op de autoradio
11. Tips
12. Opmerkingen 

1. Een bestaande autoradio loshalen

Een autoradio zit vaak in een bracket vast. Dit is een metaal raamwerkje dat je in de auto (opening voor radio) vastzet. Sommige autoradio’s zijn voorzien van een slot welke vastklemt aan het bracket. Een soort van uitstekende palletjes. Om de radio los te halen heb je dus de bijgeleverde sleutels nodig om te kunnen ontgrendelen. Als je een radio koopt welke is voorzien van een slot mechanisme, moet er een set sleutels bijgeleverd zijn.




Ben je jouw unlock-sleutels kwijt of koop je een auto waarbij de radio vervangen moet worden? Kijk dan op internet voor een set reserve sleutels of google naar de afbeelding van jouw sleutel. Een sleutel is vaak merkgebonden. Soms werkt een paperclip ook. Buig hem recht en steek deze op de juiste hoogte tussen de radio en bracket in. Hierdoor release het slot.
Veel autoradio’s hebben aan 2 kanten een vergrendeling.

Hieronder zie je een afbeelding van de unlock-sleutels.

2. ISO stekkers

Tegenwoordig hebben alle moderne autoradio’s een ISO stekker aan de achterkant zitten.
De ISO stekker is een standaard geworden in de autoradio branche.
Alle benodigde aansluitingen op de antenne na zijn in de ISO stekker aangesloten.
Van elektriciteit tot en met de speakers.

De ISO stekkers bestaan uit 2 stekkers. Een is voor de voedingsspanningen zoals plus, min, remote voor de versterker, illuminate voor de verlichting, enz.
De andere stekker is voor de speakers. Elke ISO stekker maakt plaats voor 4 speakers: links voor, rechts voor, links achter en rechts achter. Het volledige schema is bij punt 5 te lezen. Beide ISO stekkers zijn uniek qua vorm dus passen ook maar op 1 manier. Je kunt ze dus niet verkeerd aansluiten.

3. Verloopstekkers (van autobekabeling naar ISO)

Elke merk en model auto is uitgerust met originele bedrading voor een autoradio. Heb je een autoradio in de auto zitten die er door de fabriek er in is gezet dan heb je kans dat je nieuwe radio niet in een keer gaat passen. Je hebt hiervoor dus een verloopkabel nodig.

Een verloopkabel is afhankelijk van het merk en type auto en verloopt altijd naar een ISO stekker.
Hierdoor is elke moderne (auto merk onafhankelijk)  autoradio aan te sluiten op bestaande bedrading. Ze hebben immers allemaal ISO tegenwoordig. Deze kun je kopen bij Halfords, Brezan en online (webshop). Google dan eens naar ISO aansluitkabel.

Op de foto hieronder zie je links een ISO stekker en rechts de stekker die in de auto kán zitten.

4. Wat moet je allemaal aansluiten

Elke autoradio heeft elektriciteit nodig om te werken. Deze bestaat uit 3 draden.

1. Een constante plus draad, kleur GEEL op de ISO connector. Deze dient voor het geheugen van de radiozenders en andere features. De meeste auto’s gebruiken ook in de bekabeling ook een rode draad als constante plus. Indien de kleur niet aanwezig is kun je een Multimeter gebruiken om uit te zoeken waar een +12 Volt op staat. Meet dit in combinatie met de min / massa / chassis.
2. Een geschakelde plus draad, kleur ROOD, welke dient om de radio te voorzien van stroom om te kunnen werken. Is er geen gele draad van de autobedrading aanwezig, gebruik dan een Multimeter om uit te zoeken waar een +12 Volt op staat. Uiteraard moet deze alleen aanwezig zijn als het contactslot (sleutel) op aan staat en verdwijnen als deze op uit staat.
3. De massa draad / min, kleur zwart. Deze kan ook aan het chassis worden bevestigd.

(Mocht je de de juiste draden niet kunnen vinden dan zou je ook eens bij de zekeringkast en het contactslot kunnen kijken)

5. De overige draden aan de ISO connector

Aan de ISO connector zitten nog de volgende draden:

• Blauwe draad, hier staat +12 Volt op als de radio aan gaat. Dit is de ‘Remote’ draad welke bedoeld is om een elektrische antenne te bedienen of een (eind) versterker.
• Roze draad, deze wacht juist op een spanning (input). Dit is de ‘Telefoon Mute’. Deze zorgt ervoor dat het radio volume zacht gezet wordt om een gesprek te voeren.
• Oranje draad. Dit is de ‘illumination’ draad. Als de autoradio ingebouwde verlichting heeft kán deze draad op de normale verlichting worden aangesloten. Zodra deze gaat branden gaan ook de verlichting van de radio aan. Als deze niet wordt aangesloten op de radio dan brandt de verlichting altijd.

6. Is de bedrading niet meer origineel of is er geen verloopstekker

Dan is er ook een oplossing! Er zijn ook ISO stekkers (geen verloop) met losse draden eraan vast. De ISO stekker gaat in de autoradio en de losse draden moeten worden aangesloten op de aanwezige draden in de auto. De kabels zou je kunnen verbinden door een kroonsteen of AMP (knijp) stekker. De universele iso kabel kun je hier kopen.

7. Hoe kom je er achter welke speaker aan welke kabel vast zit

Om te testen of je een speaker kabel te pakken hebt en welke speaker daarop is aangesloten kun je de volgende test doen:

Pak een 1,5 volt penlite (AA) of potlood (AAA) batterij en sluit deze aan op de speakerdraad. Hoe je de plus of min houdt is niet belangrijk. De speaker geeft een zacht plopje. Hierdoor weet je welke speaker je op welke draden(kleuren) moet gaan aansluiten. Weet wel zeker dat de batterij niet leeg is anders doet hij het niet.

8. Speakers aansluiten

Elke speaker heeft 2 draden nodig. Een plus en een min. Een ISO connector biedt aansluitmogelijkheden voor 4 speakers:

• Links voor (LF) kleur wit (+) en wit/zwart (-)
• Rechts voor (RF) kleur grijs (+) en grijs/zwart (-)
• Links achter (LR) kleur groen (+) en groen/zwart (-)
• Rechts achter (RR) kleur paars (+) en paars/zwart (-)

9. De radio doet niets

Indien je autoradio niet aan gaat kun je je afvragen of alles goed is aangesloten. Dit kun je uiteraard nameten.

Veel autoradio’s hebben achterop een zekering. In veel gevallen is dit 10A met de kleur rood. Meet deze eens na. Indien deze op de Ohms stand niet doormeet, dus geen geleiding, is hij stuk. Controleer of je het goed hebt gemeten door je meetpennen in deze stand tegen elkaar te houden. Je zou dan wel geleiding moeten meten. Indien de zekering dus stuk is moet je even goed controleren of alle bedrading wel echt goed is aangesloten. Een zekering raak immers niet zomaar defect.

 

10. Spanning meten op de autoradio

1. Multimeter op Volt stand zetten (20 = )   (meetinstructies)
2. Iso stekkers uit autoradio halen
3. Contactslot op aan (lampjes dashboard moeten branden)
4. Zwarte meetpen op zwarte draad iso connector, rode meetpen op rode draad iso connector. Je moet hier 12V meten (tussen de 11V en 13V is goed).
5. Zwarte meetpen op zwarte draad iso connector, rode meetpen op gele draad iso connector. Je moet hier 12V meten (tussen de 11V en 13V is goed).

(de genoemde spanning van 11 – 13 V is uiteraard met de motor uit en een volle accu)

 

Tips

Indien de bedrading voor de autoradio moet worden aangepast en het niet direct om plug en play iso stekkers gaat is het verstandig om een hoofdzekering los te halen of de plus pool van de accu los te halen.

Houdt een multimeter bij de hand. Een onmisbaar meetinstrument.

Goed gereedschap is het halve werk. Een schroevendraaier, kniptang en zaklamp kunnen van pas komen. Soms ook een zaklamp om in moeilijk hoekjes te schijnen.

Het kan handig zijn om bedrading te kenmerken zodat je later weet waarvoor het is. Dit zou je kunnen doen door er een stukje schilderstape op te plakken zodat je er op kunt schrijven wat het is.

Zorg dat het contactslot van de auto uit staat.

Is er een zoemend geluid hoorbaar (van de dynamo) door de speakers? Gebruik dan een voedingsfilter / ontstoorfilter.

 

Opmerkingen

Als de autoradio of accu los gekoppeld is geweest dan verliezen de meeste autoradio’s de radiozenders en overige instellingen.

Verliest de autoradio de radiozenders als het contactslot uit is gezet dan zijn er vermoedelijk 2 draden omgewisseld. De rode en de gele draad moeten gecontroleerd worden op juist aansluiten. Dit kun je hier nalezen.

 NOG VRAGEN? STEL ZE HIERONDER!